Vertalingen raffen DE>NL
raffen
werkw.
1) möglichst viel von etw. nehmen -
grijpen Die Bankräuber rafften das Geld in eine Tüte und verschwanden. - De bankovervaller graaide het geld in een zak en verdween. Er war sein Leben lang damit beschäftigt, Besitz an sich zu raffen. - Hij was zijn hele leven bezig met bezittingen te verzamelen. |
2) etw. so befestigen, dass es Falten wirft -
plooien 3) in gekürzter Form wiedergeben -
samenvatting 4) deel van de uitdrukking: begrijpen Er rafft es einfach nicht, dass sie nichts mehr mit ihm zu tun haben will. - Hij snapt het gewoon niet dat ik niets meer met hem te maken wil hebben. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Voorbeeldzinnen met `raffen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufbindenDE: aufhebenDE: aufkrempelnDE: aufziehenDE: bauschenDE: faltenDE: faltig machenDE: hochbindenDE: hochkrempelnDE: hochziehenUitdrukkingen en gezegdes
DE: ein Kleid
raffen
NL: een japon opnemen