Vertalingen nachweisen DE>NL
I nachweisen
werkw.
durch Dokumente, Tests usw. zeigen, dass etw. richtig, wahr oder vorhanden ist -
bewijzen Antragsteller müssen Deutschkenntnisse nachweisen. - De aanvragers moeten hun kennis van de Duitse taal aantonen. Die Polizei konnte ihm den Mord nicht nachweisen. - De politie kon niet bewijzen dat hij de moord heeft gepleegd. |
II der Nachweis
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈnaːxvais] |
Verbuigingen: | Nachweises , Nachweise |
deel van de uitdrukking: bewijs Forschern gelang der Nachweis dafür, dass ... - Onderzoekers willen bewijs daarvoor dat ... Können Sie einen Nachweis erbringen, dass sie zu der Zeit im Ausland waren? - Kunt u bewijzen dat u op dat tijdstip in het buitenland was? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
nachweisen (ww.) | aantonen (ww.) ; bewijzen (ww.) ; laten zien (ww.) ; nagaan (ww.) ; presenteren (ww.) ; staven (ww.) ; tonen (ww.) ; verifieren (ww.) ; vertonen (ww.) ; zekerstellen (ww.) |
Nachweisen | aantonen ; opsporen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `nachweisen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufweisenDE: aufzeigenDE: belegenDE: darbietenDE: erweisenDE: sehen lassenDE: vorweisenDE: vorzeigenDE: Zeigen