Vertalingen nachprüfen DE>NL
nachprüfen
werkw.
Uitspraak: | [ˈnaːxpryːfən] |
noch einmal prüfen, ob etw. stimmt oder in Ordnung ist -
controleren , verifiëren ein Alibi nachprüfen - een alibi controleren Prüf doch mal nach, ob alle Türen zu sind. - Controleer toch nog eens of alle deuren dicht zijn. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
nachprüfen (ww.) | nakijken (ww.) ; verifieren (ww.) ; uittesten (ww.) ; uitproberen (ww.) ; toetsen (ww.) ; testen (ww.) ; overhoren (ww.) ; natrekken (ww.) ; natellen (ww.) ; narekenen (ww.) ; nagaan (ww.) ; examineren (ww.) ; controleren (ww.) ; checken (ww.) |
nachprüfen | collationeren ; reviseren ; proeven ; onderzoeken ; nazien ; inspecteren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `nachprüfen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: checkenDE: durchcheckenDE: kontrollierenDE: nachgehenDE: nachsehenDE: prüfenDE: verifizierenDE: überprüfen