Vertaal
Naar andere talen: • hinbiegen > ENhinbiegen > EShinbiegen > FR
Vertalingen hinbiegen DE>NL

hinbiegen

werkw.
Uitspraak:  [ˈhɪnbiːgən]

1) wieder in Ordnung bringen - klaarspelen
Es gab ziemlichen Ärger, aber er konnte das wieder hinbiegen. - Er was behoorlijk wat ergernis maar hij kon het toch klaarspelen.

2) andere so beeinflussen, dass man einen Nutzen davon hat - klaarspelen
Sie biegt es immer so hin, als seien andere schuld. - Zij speelt het altijd zo klaar dat anderen schuldig zijn.
Er ist noch etwas störrisch, aber den biegen wir uns schon noch hin. - Hij is nog koppig maar dat krijgen we nog wel voor elkaar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hinbiegen (ww.) fiksen (ww.) ; flikken (ww.) ; klaarspelen (ww.) ; voor elkaar krijgen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `hinbiegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: einseifen
DE: fertigbringen
DE: fertigkriegen
DE: hinkriegen
DE: schaffen
DE: zustandebringen