Vertalingen Geschick DE>NL
das Geschick
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [gəˈʃɪk] |
Verbuigingen: | Geschick(e)s , Geschicke |
1) deel van de uitdrukking: behendigheid ein / kein Geschick für etw. haben - een / geen behendigheid voor iets hebben |
2) Schicksal -
lot die Geschicke leiten / lenken (=bestimmen, was geschieht) - het lot bepalen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Geschick | het avonturen ; de beschikking (v) ; de bestemming (v) ; de geadresseerde ; het lot ; de lotgevallen ; de noodlot ; ongelukkig lot (znw.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Geschick`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AdressatDE: BestimmungDE: fachmännisches KönnenDE: FertigkeitDE: FähigkeitDE: GeschicklichkeitDE: GewandtheitDE: KönnenDE: LosDE: Los des LebensUitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas ins
Geschick bringen
NL: iets in orde brengen