I los

bijv.naamw.

Uitspraak:

[loːs]

1) nicht mehr befestigt - los

Vorsicht, der Hund ist los! - Let op! De hond is los.

2) ohne die genannte Sache - los

arbeitslos sein - werkloos zijn ein völlig skrupelloser Betrüger - een geheel scrupuleuze bedrieger Alle Versuche waren / blieben erfolglos. - Alle pogingen waren / bleven zonder succes.

3) deel van de uitdrukking:

jemanden / etw. los sein (=von jemandem / etw. befreit sein) - ergens van af zijn Diese Sorge sind wir jetzt los! - Van deze zorgen zijn wij nu bevrijd!

4) deel van de uitdrukking:

irgendwo / irgendwann ist etw. los (=irgendwo / irgendwann geschieht etw.) - ergens is er iets aan de hand Was ist denn hier los? - Was is hier dan aan de hand?

5) deel van de uitdrukking:

etw. ist (mit jdm) los (=jemand hat ein Problem, Ärger o. Ä.) - iets aan de hand Ist was los? Du siehst so traurig aus. - Is er wat aan de hand? Je ziet er zo verdrietig uit.

mit jemandem ist nicht viel / nichts los (=jemand hat keine Lust oder Energie, etw. zu unternehmen) - niet veel lust Mit mir ist heute nicht viel los. Ich glaube, ich gehe jetzt ins Bett. - Vandaag heb ik niet veel zin. Ik geloof dat ik naar bed ga.

II los

bijwoord
1) ohne die genannte Sache - zonder

sich erfolglos bemühen - zonder succes inspannen respektlos grinsen - zonder respect grijnzen

2) Aufforderung, mit etw. zu beginnen, etw. zu tun - aansporing

Los, komm schon! - Vooruit, kom nu!

Auf die Plätze - fertig - los! (=Kommando beim Start eines Wettlaufs) - Op de plaats - klaar - af!

© K Dictionaries Ltd.

das Los	de beschikking (v) ; de bestemming (v) ; het bouwwerk ; de geadresseerde ; de gebouw ; de lot ; het loterijbriefje ; loterijlot (znw.) ; het noodlot ; de pand (m)
Los	de gehele partij ; kwijt ; partij ; perceel

Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.




DE: Adressat
DE: Aufbau
DE: Bau
DE: baustelle
DE: Einsatz
DE: Erbauung
DE: Errichtung
DE: Gebiet
DE: Gebilde
DE: Geschick

DE: was ist los? NL: wat is er aan de hand?
DE: los! NL: vooruit!, schiet op!
DE: darauf los NL: eroplos