Vertaal
Naar andere talen: • genesen > ENgenesen > ESgenesen > FR
Vertalingen genesen DE>NL

I genesen

werkw.
Uitspraak:  [gəˈneːzən]

nach einer Krankheit wieder gesund werden - genezen
von einer Krankheit nur langsam genesen - van een ziekte maar langzaam genezen


II die Genesung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [gəˈneːzʊŋ]
Verbuigingen:  Genesung

deel van de uitdrukking: genezing
Mit den besten Wünschen für eine baldige Genesung! - Veel beterschap en snel weer gezond!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
genesen (ww.) beteren (ww.) ; cureren (ww.) ; genezen (ww.) ; genezen van ziekte (ww.) ; gezond maken (ww.) ; gezond worden (ww.) ; helen (ww.) ; leven beteren (ww.)
genesen herstellen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `genesen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufbessern
DE: bessern
DE: heilen
DE: sichbessern
DE: verbessern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: eines Kindes genesen NL: een baby krijgen