Vertalingen heilen DE>NL
heilen
werkw.
1) wieder gesund machen -
genezen Er gilt als geheilt. - Hij is genezen. |
2) beseitigen -
genezen 3) heil, gesund werden -
genezen Solche komplizierten Brüche heilen schlecht. - Zulke gecompliceerde breuken genezen slecht. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
heilen (ww.) | beter maken (ww.) ; genezen (ww.) ; gezond maken (ww.) ; helen (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `heilen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: gesundenDE: kurierenUitdrukkingen en gezegdes
DE: die Wunde ist geheilt
NL: de wond is genezen, geheeld