Vertalingen freimachen DE>NL
freimachen
werkw.
1) Urlaub nehmen -
vrij nemen Mach doch mal ein paar Tage frei! - Neem toch een paar dagen vrij! |
2) deel van de uitdrukking: frankeren © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
freimachen (ww.) | ontkleden (ww.) ; zich bevrijden (ww.) ; vrijvechten (ww.) ; vrijmaken (ww.) ; vrijlaten (ww.) ; vrijkomen (ww.) ; verlossen (ww.) ; van last bevrijden (ww.) ; van de boeien ontdoen (ww.) ; uittrekken (ww.) ; uitkleden (ww.) ; uitdoen (ww.) ; strippen (ww.) ; ontsnappen (ww.) ; losmaken (ww.) ; loslaten (ww.) ; loskomen (ww.) ; in vrijheid stellen (ww.) ; frankeren (ww.) ; emanciperen (ww.) ; bevrijden (ww.) ; beporten (ww.) ; banen (ww.) |
das Freimachen | disponibel maken (znw.) ; beschikbaarmaken (znw.) |
freimachen | frankeren ; vrijmaken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `freimachen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: auskleidenDE: ausziehenDE: befreienDE: entbindenDE: entfliehenDE: entkleidenDE: entkommenDE: EntlassenDE: entledigenDE: entrinnen