Vertaal
Naar andere talen: • freimachen > ENfreimachen > ESfreimachen > FR
Vertalingen freimachen DE>NL

freimachen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfraimaçən]

1) Urlaub nehmen - vrij nemen
Mach doch mal ein paar Tage frei! - Neem toch een paar dagen vrij!

2) deel van de uitdrukking: frankeren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
freimachen (ww.) ontkleden (ww.) ; zich bevrijden (ww.) ; vrijvechten (ww.) ; vrijmaken (ww.) ; vrijlaten (ww.) ; vrijkomen (ww.) ; verlossen (ww.) ; van last bevrijden (ww.) ; van de boeien ontdoen (ww.) ; uittrekken (ww.) ; uitkleden (ww.) ; uitdoen (ww.) ; strippen (ww.) ; ontsnappen (ww.) ; losmaken (ww.) ; loslaten (ww.) ; loskomen (ww.) ; in vrijheid stellen (ww.) ; frankeren (ww.) ; emanciperen (ww.) ; bevrijden (ww.) ; beporten (ww.) ; banen (ww.)
das Freimachen disponibel maken (znw.) ; beschikbaarmaken (znw.)
freimachen frankeren ; vrijmaken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `freimachen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auskleiden
DE: ausziehen
DE: befreien
DE: entbinden
DE: entfliehen
DE: entkleiden
DE: entkommen
DE: Entlassen
DE: entledigen
DE: entrinnen