Vertaal
Naar andere talen: • hingehen > ENhingehen > EShingehen > FR
Vertalingen hingehen DE>NL

hingehen

werkw.
Uitspraak:  [ˈhɪngeːən]

1) sich an einen Ort oder zu einer Veranstaltung o. Ä. begeben - heengaan
Da es nicht weit ist, kann ich zu Fuß hingehen. - Omdat het niet ver is kan ik te voet ernaar toe gaan.
Gleich findet die Besprechung statt. Gehst du auch hin? - Zo meteen begint de vergadering. Ga jij daar ook heen?
uitdrukking hingehen und etw. tun

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. geht hin

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hingehen (ww.) afsterven (ww.) ; doodgaan (ww.) ; heengaan (ww.) ; inslapen (ww.) ; ontslapen (ww.) ; ophouden (ww.) ; overlijden (ww.) ; sterven (ww.) ; uitsterven (ww.) ; verscheiden (ww.)
hingehen er naar toe gaan
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `hingehen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abkratzen
DE: absterben
DE: aussterben
DE: dahingehen
DE: eingehen
DE: einschlafen
DE: einschlummern
DE: entschlafen
DE: erliegen
DE: fortgehen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas hingehen lassen NL: iets dulden
DE: hingehen können NL: ermeedoor kunnen