Vertalingen befreien DE>NL
I befreien
werkw.
1) dafür sorgen, dass jemand / ein Tier nicht mehr gefangen ist -
bevrijden ein Tier aus einem Käfig befreien - een dier uit zijn kooi bevrijden jemanden von seinen Fesseln befreien - iemand van zijn boeien bevrijden |
2) die Herrschaft eines anderen Landes oder eines Herrschers beenden -
bevrijden die Kolonien befreien - de kolonies bevrijden |
3) etw. entfernen -
bevrijden die Dächer von der Schneelast befreien - de daken van hun sneeuwlast bevrijden |
4) jemanden / sich von einer Last erleichtern -
bevrijden sich von Vorurteilen / Zwängen befreien - zich bevrijden van vooroordelen / dwang seine Worte hatten eine befreiende Wirkung - zijn woorden hadden een bevrijdende werking |
5) von jemandem etw. nicht verlangen, obwohl es vorgesehen war -
vrijstellen , ontheffen Der Schüler ist vom Sportunterricht befreit. - De scholier is vrijgesteld voor deelname aan sport. |
II die Befreiung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bəˈfraiʊŋ] |
Verbuigingen: | Befreiung , Befreiungen |
1) deel van de uitdrukking: bevrijding ein missglückter Befreiungsversuch - een mislukte bevrijdingspoging |
2) deel van de uitdrukking: bevrijding Befreiungskampf - vrijheidsstrijd |
3) deel van de uitdrukking: vrijstelling , ontheffing Steuerbefreiungen - ontheffing voor belastingen |
4) deel van de uitdrukking: bevrijding Die Kündigung war eine Befreiung für mich. - Het ontslag was een bevrijding voor mij. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
befreien (ww.) | losmaken (ww.) ; zich bevrijden (ww.) ; vrijvechten (ww.) ; vrijmaken (ww.) ; vrijlaten (ww.) ; vrijkomen (ww.) ; verlossen (ww.) ; van de boeien ontdoen (ww.) ; ontzetten (ww.) ; ontsnappen (ww.) ; ontdoen van (ww.) ; loskomen (ww.) ; in vrijheid stellen (ww.) ; emanciperen (ww.) ; bevrijden van belegeraars (ww.) ; bevrijden van (ww.) ; banen (ww.) ; afhelpen (ww.) |
das Befreien | het bevrijden ; het ontdoen ; het loslaten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `befreien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: dispensierenDE: entbindenDE: entfliehenDE: enthebenDE: entkommenDE: EntlassenDE: entrinnenDE: entsetzenDE: entweichenDE: Entwischen