Vertaal
Naar andere talen: • fortziehen > ENfortziehen > ESfortziehen > FR
Vertalingen fortziehen DE>NL
fortziehen (ww.) een stapje verder gaan (ww.) ; krammen (ww.) ; met een kram vastmaken (ww.) ; sleuren (ww.) ; trekken (ww.) ; verdergaan (ww.) ; voorttrekken (ww.)
fortziehen migreren ; wegtrekken
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `fortziehen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anspannen
DE: aufziehen
DE: ausziehen
DE: dehnen
DE: durchgehen
DE: erfolgen
DE: fortfahren
DE: fortgehen
DE: fortreißen
DE: fortschleppen