Vertaal
Naar andere talen: • festsetzen > ENfestsetzen > ESfestsetzen > FR
Vertalingen festsetzen DE>NL

I festsetzen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfɛstzɛʦən]

1) deel van de uitdrukking: vastleggen

2) irgendwo haften bleiben - vast gaan zitten
Der Rauchgeruch hat sich in den Kleidern festgesetzt. - De rooklucht is in de kleding gaan zitten.

3) jemanden gedanklich beschäftigen, nicht mehr loslassen - vastzetten
Diese Idee hatte sich bei ihm festgesetzt. - Dit idee had zich in hem vastgezet.


II die Festsetzung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈfɛstzɛʦʊŋ]
Verbuigingen:  Festsetzung , Festsetzungen

deel van de uitdrukking: vastzetten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
festsetzen (ww.) gevangen zetten (ww.) ; vastzetten (ww.) ; vasthouden (ww.) ; preciseren (ww.) ; opsluiten (ww.) ; op spaarrekening vastzetten (ww.) ; omschrijven (ww.) ; nader omschrijven (ww.) ; isoleren (ww.) ; interneren (ww.) ; in hechtenis houden (ww.) ; gevangenhouden (ww.) ; detineren (ww.) ; determineren (ww.) ; definiëren (ww.) ; besluiten (ww.) ; beslissen (ww.)
das Festsetzenhet vaststellen ; het van palen voorzien ; de bepaling (v) ; het bepalen
festsetzen spannen ; vastleggen ; stijftrekken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.


Voorbeeldzinnen met `festsetzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abmachen
DE: Anberaumen
DE: anhalten
DE: ausmachen
DE: bedingen
DE: beenden
DE: beschreiben
DE: bestimmen
DE: definieren
DE: determinieren