Vertaal
Naar andere talen: • festbinden > ENfestbinden > ESfestbinden > FR
Vertalingen festbinden DE>NL
festbinden (ww.) aanleggen (ww.) ; aanmeren (ww.) ; afbinden (ww.) ; afmeren (ww.) ; afsnoeren (ww.) ; meren (ww.) ; strikken (ww.) ; vastbinden (ww.) ; vastmeren (ww.) ; vastsjorren (ww.)
festbinden binden ; vastsnoeren
Bronnen: interglot; cibg.be; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `festbinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anbinden
DE: anketten
DE: anknoten
DE: anknüpfen
DE: anknöpfen
DE: anlegen
DE: anschnallen
DE: Befestigen
DE: binden
DE: dokumentieren