Vertalingen expandieren DE>NL
expandieren (ww.) | expanderen (ww.) ; openen (ww.) ; opentrekken (ww.) ; openzetten (ww.) ; uitbouwen (ww.) ; uitbreiden (ww.) ; uitdijen (ww.) ; verbreiden (ww.) ; vergroten (ww.) ; vermeerderen (ww.) ; verruimen (ww.) ; verwijden (ww.) |
expandieren | uitzetten |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `expandieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausbauenDE: ausbreitenDE: ausdehnenDE: ausweitenDE: erhöhenDE: erweiternDE: sich ausbreitenDE: sich ausdehnenDE: sich ausweitenDE: sich erhöhen