Vertaal
Naar andere talen: • erobern > ENerobern > ESerobern > FR
Vertalingen erobern DE>NL

I erobern

werkw.
Uitspraak:  [ɛɐ|ˈoːbɐn]

1) militärisch unterwerfen defensie - veroveren

2) für sich gewinnen - veroveren
Er hat ihr Herz im Sturm erobert. - Hij heeft haar hart stormenderhand verovert.


II die Eroberung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɛɐ|ˈoːbəŋ]
Verbuigingen:  Eroberung , Eroberungen

1) deel van de uitdrukking: defensie verovering
die Eroberung Galliens durch die Römer - de verovering

2) deel van de uitdrukking: verovering
Da drüben sitzt seine neueste Eroberung. - Daarginds zit zijn laatste verovering.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
erobern (ww.) heroveren (ww.) ; obsederen (ww.) ; veroveren (ww.)
erobern bemachtigen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `erobern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Abnormal intrigieren
DE: ausspielen
DE: besetzen
DE: Besitz ergreifen von
DE: eingreifen
DE: einnehmen
DE: einpacken
DE: erfassen
DE: ergreifen
DE: erhaschen