Vertaal
Naar andere talen: • einwickeln > ENeinwickeln > ESeinwickeln > FR
Vertalingen einwickeln DE>NL

einwickeln

werkw.
Uitspraak:  ainvɪkəln]

1) jemanden / etw. mit einer Hülle umgeben - inpakken , inwikkelen
ein Kind in eine warme Decke einwickeln - een kind in een warme deken wikkelen

2) jemanden mit Charme oder geschickten Argumenten auf die eigene Seite bringen - inpakken
Ich habe mich von seinen Komplimenten nicht einwickeln lassen. - Ik heb me door zijn complimenten niet laten inpakken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einwickeln (ww.) emballeren (ww.) ; inpakken (ww.) ; inpalmen (ww.) ; inwikkelen (ww.) ; ompraten (ww.) ; overhalen (ww.) ; overreden (ww.) ; overtuigen (ww.) ; verpakken (ww.) ; wikkelen (ww.)
einwickeln inwikkelen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `einwickeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufwickeln
DE: bandagieren
DE: bereden
DE: charmieren
DE: eine Binde anlegen
DE: einhüllen
DE: einpacken
DE: einschlagen
DE: herumkriegen
DE: hüllen