Vertalingen einwickeln DE>NL
einwickeln
werkw.
1) jemanden / etw. mit einer Hülle umgeben -
inpakken , inwikkelen ein Kind in eine warme Decke einwickeln - een kind in een warme deken wikkelen |
2) jemanden mit Charme oder geschickten Argumenten auf die eigene Seite bringen -
inpakken Ich habe mich von seinen Komplimenten nicht einwickeln lassen. - Ik heb me door zijn complimenten niet laten inpakken. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
einwickeln (ww.) | emballeren (ww.) ; inpakken (ww.) ; inpalmen (ww.) ; inwikkelen (ww.) ; ompraten (ww.) ; overhalen (ww.) ; overreden (ww.) ; overtuigen (ww.) ; verpakken (ww.) ; wikkelen (ww.) |
einwickeln | inwikkelen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `einwickeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufwickelnDE: bandagierenDE: beredenDE: charmierenDE: eine Binde anlegenDE: einhüllenDE: einpackenDE: einschlagenDE: herumkriegenDE: hüllen