Vertalingen Einschlagen DE>NL
einschlagen
werkw.
1) durch Schlagen zerstören, beschädigen oder verletzen -
inslaan jemandem beim Kampf den Schädel / die Zähne einschlagen - iemand bij een ruzie de hersenpan / de tanden inslaan |
2) etw. mit großer Wucht und zerstörerischer Wirkung treffen -
inslaan Bei uns hat gestern der Blitz eingeschlagen. - Bij ons is gisteren de bliksem ingeslagen. |
3) durch Schläge mit einem Hammer o. Ä. in etw. gelangen lassen -
inslaan neue Zaunpfähle einschlagen - nieuwe hekpalen inslaan |
4) einwickeln -
inwikkelen ein Buch in Folie einschlagen - een boek in folie wikkelen |
5) wählen -
inslaan einen neuen Kurs einschlagen - een nieuwe koers inslaan |
6) deel van de uitdrukking: auf jemanden / etw. einschlagen (=mit den Händen o. Ä. wild nach jemandem / etw. schlagen) - op iemand/iets losslaan
Rasend vor Wut schlug er auf sie ein. - Razend van woede sloeg hij op haar in.
|
7) etw. durch Händeschütteln bekräftigen -
hand schudden Schlag ein, so ein Angebot bekommst du nicht wieder! - Kom schud me de hand, zo'n aanbod krijg je nooit weer! |
8) großen Erfolg haben, Anklang finden -
inslaan Sein Vorschlag hat voll eingeschlagen. - Zijn voorstel heeft veel succes. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
einschlagen (ww.) | inpakken (ww.) ; inpalmen (ww.) ; kapotgooien (ww.) ; stukgooien (ww.) |
das Einschlagen | het kaften |
Einschlagen | conserveren in lagen ; in de greppel plaatsen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Einschlagen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: charmierenDE: einwickelnDE: kaputtschlagenDE: wickelnDE: zerschlagenDE: zerschmeissenDE: zerschmettern