1. MWB
  2. Vertalen
  3. einliefern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • einliefern > EN • einliefern > ES • einliefern > FR
Vertalingen einliefern DE>NL

einliefern

werkw.
Uitspraak:  [ˈainliːfɐn]

jemanden in ein Krankenhaus o. Ä. bringen, wo er bleiben soll - binnenbrengen
Er wurde nach dem Unfall in die Notaufnahme eingeliefert. - Hij werd na het ongeval naar de eerste-hulp gebracht voor opname.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einliefern (ww.) afgeven (ww.) ; erop achteruitgaan (ww.) ; geld inleveren (ww.) ; inleveren (ww.) ; overhandigen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einliefern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgeben
DE: abliefern
DE: einreichen
DE: einsenden
DE: herausgeben
DE: liefern
DE: übereignen
DE: übergeben