Vertalingen Wohnort DE>NL
der Wohnort
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈvoːn|ɔrt] |
Verbuigingen: | Wohnort(e)s , Wohnorte |
Ort, in dem jemand wohnt -
woonplaats © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Wohnort | het huis ; de residentie (v) ; thuis (znw.) ; het verblijf ; de woning (v) ; het woonhuis ; de woonplaats |
Wohnort | domicilie ; vestigingsplaats ; woonplaats |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Wohnort`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AufenthaltsortDE: DomizilDE: HeimDE: ResidenzDE: SitzDE: VerbleibDE: WohnplatzDE: WohnsitzDE: WohnungDE: Zuhause