Vertaal
Naar andere talen: • dumpf > ENdumpf > ESdumpf > FR
Vertalingen dumpf DE>NL

I dumpf

bijv.naamw.
Uitspraak:  [dʊmpf]

1) tief und gedämpft - gedempt , dof
Mit einem dumpfen Schlag fiel er zu Boden. - Met een gedempte slag viel hij tegen de vlakte.
Aus der Ferne hörte man dumpfes Donnergrollen. - Uit de verte hoorde men dof de donder rommelen.

2) deel van de uitdrukking: vaag , onduidelijk
Sie verspürte einen dumpfen Schmerz im Rücken. - Zij voelde een vage pijn in de rug.

3) nach Feuchtigkeit und Fäulnis - bedompt


II dumpf

bijwoord

1) deel van de uitdrukking: onduidelijk , vaag
Ich erinnere mich nur dumpf an meine Kindheit. - Ik herinner me alleen maar vaag mijn kindertijd.

2) deel van de uitdrukking: muf , duf
Im Keller roch es dumpf. - In de kelder rook het muf.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dumpf grauwkleurig ; vunzig ; vaag ; suf ; soezerig ; schunnig ; plat ; niet helder ; muf ; laag-bij-de-grond ; grijs ; glansloos ; gedempt ; duf ; drukkend ; doezelig ; beslagen ; benauwd ; bedompt ; banaal ; afgedempt ; dof
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `dumpf`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgestanden
DE: banal
DE: beklemmt
DE: benommen
DE: beschlagen
DE: derb
DE: dick
DE: dumpfig
DE: dunkel
DE: duselig