Vertaal
Naar andere talen: • dividieren > ENdividieren > ESdividieren > FR
Vertalingen dividieren DE>NL

I dividieren

werkw.
Uitspraak:  [divi'diːrən]

eine Zahl durch eine andere Zahl teilen wiskunde - delen
10 dividiert durch 5 ergibt / ist 2. - 10 gedeeld door 5 geeft / is 2.


II die Division

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [divi'zjoːn]
Verbuigingen:  Division , Divisionen

deel van de uitdrukking: wiskunde deling

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dividieren (ww.) delen (ww.) ; opdelen (ww.) ; opsplitsen (ww.) ; splitsen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `dividieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: addieren
DE: anrechnen
DE: aufgliedern
DE: aufrechnen
DE: aufteilen
DE: berechnen
DE: eine Kostenrechnung einreichen
DE: gliedern
DE: in Rechnung stellen
DE: multiplizieren