dekorieren - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen dekorieren DE>NL

I dekorieren

werkw.

Uitspraak:

[dekoˈriːrən]

schmücken - versieren

ein weihnachtlich dekoriertes Zimmer - een in kerstsfeer versierde kamer

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[dekoraˈʦjoːn]
Verbuigingen:	Dekoration , Dekorationen

1) deel van de uitdrukking: decoratie

die Weihnachtsdekorationen wieder abnehmen - de kerstdecoraties weer weghalen

2) deel van de uitdrukking: decoreren , versieren

Wer übernimmt die Dekoration des Festsaals? - Wie zorgt ervoor dat de feestzaal wordt versierd?

Overige bronnen

dekorieren (ww.)	opmaken (ww.) ; zich uitmonsteren (ww.) ; zich uitdossen (ww.) ; zich mooi maken (ww.) ; verluchten (ww.) ; verfraaien (ww.) ; tooien (ww.) ; sieren (ww.) ; schotels garneren (ww.) ; ridderen (ww.) ; optuigen (ww.) ; optooien (ww.) ; opschikken (ww.) ; onderscheiden (ww.) ; onderscheid maken (ww.) ; garneren (ww.) ; een onderscheidingsteken geven (ww.) ; afwerken (ww.) ; aankleden (ww.)
das Dekorieren	de decoratie (v) ; het versieringen aanbrengen ; het versieren ; het opsmukken ; het opsieren ; het decoreren

Bronnen: interglot; Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `dekorieren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: aufmachen
DE: aufpolieren
DE: aufputzen
DE: auseinanderhalten
DE: ausschmücken
DE: ausstaffieren
DE: ausstatten
DE: einen Orden verleihen
DE: einkleiden
DE: feinmachen