1. MWB
  2. Vertalen
  3. ausstreuen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • ausstreuen > EN • ausstreuen > ES • ausstreuen > FR
Vertalingen ausstreuen DE>NL
ausstreuen (ww.) bezaaien (ww.) ; inzaaien (ww.) ; rondstrooien (ww.) ; uitdragen (ww.) ; uitstrooien (ww.) ; uitzaaien (ww.) ; uitzenden (ww.) ; verbreiden (ww.) ; verbreider (ww.) ; verdeler (ww.) ; verkondigen (ww.) ; verspreiden (ww.) ; zaaien (ww.)
ausstreuen uitspreiden
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `ausstreuen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ausreiben
DE: ausstreichen
DE: austragen
DE: bestreuen
DE: besäen
DE: eine Nachricht austragen
DE: streuen
DE: verbreiten
DE: verstreuen
DE: verteilen