Vertalingen ausstechen DE>NL
ausstechen (ww.) | afsteken (ww.) ; eruit springen (ww.) ; in het oog lopen (ww.) ; opvallen (ww.) ; uitspringen (ww.) ; uitsteken (ww.) |
ausstechen | wegsteken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ausstechen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhängenDE: auffallenDE: besser sein alsDE: brillierenDE: exzellierenDE: glänzenDE: hervorragenDE: hervortreten inDE: hinausragenDE: hinter sich lassenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen
ausstechen
NL: iemand verdringen, opzij zettenDE: einen Schnaps
ausstechen
NL: een borreltje pakken