1. MWB
  2. Vertalen
  3. studieren (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • studieren > EN • studieren > ES • studieren > FR
Vertalingen studieren DE>NL

studieren

werkw.
Uitspraak:  [ʃtuˈdiːrən]

1) Student sein - studeren
im fünften Semester Chemie studieren - voor het vijfde semester scheikunde studeren
Möchtest du nach dem Abitur studieren? - Zou je na je eindexamen willen studeren?

2) etw. genau beobachten und Informationen sammeln - onderzoeken
das Paarungsverhalten der Wölfe studieren - de paarrituelen van wolven onderzoeken

3) genau lesen - bestuderen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
studieren (ww.) leerstof erin stampen (ww.) ; verwerven (ww.) ; repeteren (ww.) ; opsteken (ww.) ; oppikken (ww.) ; onderwijzen (ww.) ; oefenen (ww.) ; meepikken (ww.) ; meekrijgen (ww.) ; kennis opdoen (ww.) ; instuderen (ww.) ; eigen maken (ww.) ; bestuderen (ww.) ; aanleren (ww.)
das Studierenhet bekwamen ; het studeren ; het leren ; het blokken
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `studieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aneignen
DE: Anlernen
DE: einpauken
DE: einstudieren
DE: erforschen
DE: ergründen
DE: erlernen
DE: erproben
DE: exerzieren
DE: lernen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: er studiert Arzt NL: hij studeert voor arts