Vertaal
Naar andere talen: • Absetzen > ENAbsetzen > ESAbsetzen > FR
Vertalingen Absetzen DE>NL

absetzen

werkw.
Uitspraak:  apzɛʦən]

1) aus dem Amt entfernen - ontslaan
Der Aufsichtsrat hat den gesamten Vorstand abgesetzt. - De raad van commissarissen heeft het gehele bestuur afzetten.

2) nicht mehr anwenden - stoppen
Er hat das Antibiotikum eigenmächtig abgesetzt. - Hij is zelf gestopt met de antibioticakuur.

3) etw., das bereits angekündigt war, nicht mehr (weiter) zeigen, behandeln - stoppen
einen Punkt von der Tagesordnung absetzen - een punt van de agenda strepen

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. (von der Steuer) absetzen

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemanden irgendwo absetzen

6) abnehmen - afzetten
Setzt dich bitte die Sonnenbrille ab, wenn ich mit dir rede. - Zet alsjeblieft je zonnebril af als ik tegen je praat.

7) kurz auf den Boden o. Ä. stellen, um auszuruhen - neerzetten
Ich musste den Sack kurz absetzen, weil meine Hände schmerzten. - Ik moest de tas even neerzetten omdat mijn handen pijn deden.

8) verkaufen economie - verkopen
Von dem neuen Modell wurden bereits 500 Stück abgesetzt. - Van de laatste uitvoering zijn er al 500 stuks verkocht.

9) deel van de uitdrukking: vluchten
sich ins Ausland absetzen - naar het buitenland vluchten

10) sich ablagern - afzetten
Am Teichboden hat sich viel Schlamm abgesetzt. - Aan de vijverrand is al veel modder afgezet.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
absetzen (ww.) uitzetten (ww.) ; uitschakelen (ww.) ; uitmaken (ww.) ; uitdoen (ww.) ; tot stilstand brengen (ww.) ; stoppen (ww.) ; stilzetten (ww.) ; laten uitstappen (ww.) ; afzetten (ww.)
das Absetzenhet neerzetten
Absetzen stopzetting ; uitzakken ; aan-of toevoer vanuit de lucht ; spening ; spenen ; sedimentatie ; ontscheping ; dropping ; debarkement ; beklinken ; afwerken ; ablatio ; ablatie ; ablactatie
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Absetzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abstellen
DE: ausmachen
DE: ausschalten
DE: aussteigen lassen
DE: besetzen
DE: einfassen
DE: einsäumen
DE: entheben
DE: entlassen
DE: entthronen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich absetzen NL: zich distantiëren
DE: ohne abzusetzen NL: zonder te pauzeren
DE: für dich wird es was absetzen! NL: voor jou zal er wat opzitten!
DE: unsre Truppen setzten sich vom Feind ab NL: onze troepen verbraken het contact met de vijand
DE: 5% vom Einkommen absetzen NL: 5% van het inkomen aftrekken