Vertalingen einsäumen DE>NL
einsäumen (ww.) | afzetten (ww.) ; beknotten (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; omkaderen (ww.) ; omranden (ww.) ; omsingelen (ww.) ; omsluiten (ww.) ; toevoegen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `einsäumen`

Voorbeeldzinnen laden....