Vertalingen wetzen DE>NL
wetzen
werkw.
1) schärfen -
slijpen , scherpen Die Katze wetzt ihre Krallen am Baum. - De kat scherpte haar nagels aan de boom. |
2) durch Reiben säubern -
scherpen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wetzen (ww.) | overhaasten (ww.) ; zich spoeden (ww.) ; zich haasten (ww.) ; wetten (ww.) ; voortmaken (ww.) ; vliegen (ww.) ; tempo maken (ww.) ; stressen (ww.) ; spoeden (ww.) ; snellen (ww.) ; slijpen (ww.) ; scherpen (ww.) ; scherp maken (ww.) ; reppen (ww.) ; opschieten (ww.) ; opjagen (ww.) ; jakkeren (ww.) ; jagen (ww.) ; jachten (ww.) ; ijlen (ww.) ; hardlopen (ww.) ; haasten (ww.) ; haast maken (ww.) ; aanzetten (ww.) ; aanpoten (ww.) |
wetzen | aanscherpen ; wetten |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `wetzen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abschleifenDE: anspitzenDE: beeilenDE: dengelnDE: eilenDE: fangenDE: fegenDE: galoppierenDE: hetzenDE: laufen