Vertaal
Naar andere talen: • weisen > ENweisen > ESweisen > FR
Vertalingen weisen DE>NL

weisen

werkw.
Uitspraak:  [ˈvaizən]
Verbuigingen:  wies , gewiesen

1) irgendwohin zeigen - wijzen
Sie wies mit der Hand in seine Richtung. - Zij wees met haar hand in zijn richting.
Die Kompassnadel weist immer nach Norden. - De kompasnaald wijst altijd naar het noorden.
uitdrukking jemandem etw. weisen

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemanden von / aus etw. weisen
uitdrukking jemandem die Tür weisen

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. von sich weisen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
weisen (ww.) verwijzen (ww.)
weisen wijzen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `weisen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: einweisen
DE: geleiten
DE: hinweisen
DE: leiten
DE: lenken
DE: schicken
DE: senden
DE: verweisen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: die Zähne weisen NL: zijn tanden laten zien