Vertalingen verhaften DE>NL
I verhaften
werkw.
als Polizist jemanden dazu zwingen, mitzukommen -
arresteren Die Polizei hat drei Verdächtige verhaftet. - De politie heeft drie verdachten gearresteerd. |
II die Verhaftung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fɛɐˈhaftʊŋ] |
Verbuigingen: | Verhaftung , Verhaftungen |
deel van de uitdrukking: arrestatie Er entzog sich der Verhaftung durch Flucht. - Door te vluchten wist hij een arrestatie te voorkomen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verhaften (ww.) | in hechtenis nemen (ww.) ; verstrikken (ww.) ; vatten (ww.) ; vasthouden (ww.) ; vangen (ww.) ; pakken (ww.) ; oppakken (ww.) ; obsederen (ww.) ; klauwen (ww.) ; inrekenen (ww.) ; in hechtenis houden (ww.) ; grijpen (ww.) ; gevangennemen (ww.) ; gevangenhouden (ww.) ; detineren (ww.) ; arresteren (ww.) ; aanhouden (ww.) |
das Verhaften | de gevangenneming (v) |
verhaften | aanhouden ; klissen (Vlaams) |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `verhaften`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfangenDE: Abnormal intrigierenDE: ausspielenDE: eingreifenDE: einpackenDE: einpferchenDE: EinsperrenDE: erfassenDE: ergreifenDE: erhaschenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen Sache verhaftet sein
NL: ten zeerste verbonden zijn met iets