Vertaal
Naar andere talen: • vergnügen > ENvergnügen > ESvergnügen > FR
Vertalingen vergnügen DE>NL

vergnügen

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈgnyːgən]

Spaß haben - amuseren
Die Kinder vergnügten sich damit, Steine in den See zu werfen. - De kinderen amuseerden zich met het gooien van stenen in de zee.
Er hat sich im Urlaub angeblich mit anderen Frauen vergnügt. - Op vakantie heeft hij zich klaarblijkelijk met andere vrouwen geamuseerd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vergnügen (ww.) amuseren (ww.)
das Vergnügenhet plezier ; het welbehagen ; de vrolijkheid (v) ; de vreugde (v) ; het vertier ; de verstrooiing (v) ; de vermakelijkheid (v) ; het vermaak ; de tevredenheid (v) ; de schik (m) ; de aardigheid (v) ; de opgewektheid (v) ; de lust (m) ; de leukheid (v) ; de joligheid (v) ; het genot ; het genoegen ; de blijmoedigheid (v) ; de blijheid (v) ; het amusement
Bronnen: Wikipedia; interglot; Engoi Woordenschatoefeningen


Voorbeeldzinnen met `vergnügen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Ablenkung
DE: Amüsement
DE: Entspannung
DE: Entzücken
DE: Erholung
DE: Frohsinn
DE: Fröhlichkeit
DE: Gefallen
DE: Genuß
DE: Ju

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich vergnügen NL: zich vermaken