I verfallen

werkw.

Uitspraak:

[fɛɐˈfalən]

1) alt werden und einstürzen - vervallen

Das alte Bauernhaus verfällt zusehends. - De oude boerderij raakt zichtbaar in verval. eine verfallene Ruine - een vervallen ruïne

2) seine Kräfte verlieren - aftakelen

Der Patient verfiel mehr und mehr. - De patiënt takelde meer en meer af.

3) verschwinden - vervallen

Sitten und Moral scheinen immer mehr zu verfallen. - Zeden en moraal lijken steeds meer te verdwijnen.

4) nicht mehr gültig oder haltbar sein oder wirken - verlopen

Leider ist dieser Gutschein bereits verfallen. - Helaas is deze tegoedbon al verlopen.

5) deel van de uitdrukking:

in etw. verfallen (=in einen (negativen) Zustand kommen) - ergens in terechtkomen (negatief) in Depressionen / Hektik / Panik verfallen - in een depressie / hectiek / paniek raken

6) deel van de uitdrukking:

jemandem / etw. verfallen (=von jemandem / etw. abhängig werden) - afhankelijk worden der Spielsucht / dem Alkohol verfallen - verslaafd raken aan gokken / alcohol

II der Verfall

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[fɛɐˈfal]
Verbuigingen:	Verfall(e)s

1) deel van de uitdrukking: verval

Der Verfall des Hauses war nicht mehr aufzuhalten. - Het verval van het huis was niet meer te stuiten.

2) deel van de uitdrukking: verval

der gesundheitliche Verfall von alten Menschen - het verval van de gezondheid bij oude mensen

3) deel van de uitdrukking: verval

der allmähliche Verfall einer Kultur - het geleidelijke verval van een cultuur

© K Dictionaries Ltd.

verfallen (ww.)	afdekken (ww.) ; verslaven (ww.) ; verlopen (ww.) ; verkommeren (ww.) ; vergaan (ww.) ; opruimen (ww.) ; bouwvallig worden (ww.) ; afruimen (ww.) ; aflopen (ww.)
das Verfallen	het vervallen ; het verstrijken
verfallen	afstempelen ; vervallen ; haveloos ; expireren ; degradatie ; beschadigd ; aftakelen

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




DE: abblenden
DE: abdecken
DE: abmontieren
DE: abnehmen
DE: abschirmen
DE: abziehen
DE: Anstellen
DE: aufhellen
DE: ausverkaufen
DE: beheben

DE: der Zerstörung verfallen NL: aan de verwoesting prijsgegeven worden, ten offer vallen
DE: dem Trunk verfallen NL: aan de drank verslaafd raken
DE: in Trübsinn verfallen NL: zwaarmoedig worden
DE: verfallen auf NL: op de gedachte komen