Vertalingen unversehrt DE>NL
unversehrt | ongedeerd ; zuiver ; virginaal ; puur ; pas gekocht ; onverzwakt ; ongeschonden ; ongerept ; ongeopend ; ongekwetst ; gaaf ; ongebruikt ; onaangetast ; onaangeroerd ; onaangeraakt ; onaangebroken ; nieuw ; maagdelijk ; heelhuids |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `unversehrt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: fehlerfreiDE: freistehendDE: frischDE: ganzDE: gelassenDE: gerade gekauftDE: gesundDE: HeilDE: intaktDE: jungfräulich