Vertalingen stiften DE>NL
stiften
werkw.
1) spenden, spendieren -
geven , schenken einen Kasten Bier für die Party stiften - een krat bier geven voor het feest |
2) gründen und die finanziellen Mittel dazu geben -
stichten , oprichten 3) bewirken, verursachen -
aanrichten , stichten , veroorzaken Lass das doch, das stiftet nur Streit! - Laat dat toch, dat veroorzaakt alleen maar ruzie! sinnstiftende Maßnahmen - betekenisvolle maatregelen |
4) deel van de uitdrukking: stiften gehen (=heimlich verschwinden) - stiekem verdwijnen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stiften (ww.) | cadeau doen (ww.) ; cadeau geven (ww.) ; doneren (ww.) ; funderen (ww.) ; geven (ww.) ; gronden (ww.) ; grondvesten (ww.) ; schenken (ww.) |
stiften | stichten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `stiften`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausstellenDE: austeilenDE: begründenDE: bevorrechtenDE: bevorzugenDE: donierenDE: durchführenDE: einführenDE: einreichenDE: einrichtenUitdrukkingen en gezegdes
DE: stiften gehen
NL: 'm smeren