Vertalingen recken DE>NL
recken
werkw.
1) in die Länge strecken und dehnen -
uitrekken Er reckte den Hals. - Hij rekte zijn nek. Sie gähnte und reckte und streckte sich, bevor sie aufstand. - Zij gaapte en strekte ze zich uit voordat zij opstond. |
2) in eine Richtung strecken -
uitsteken Sie reckte den Kopf aus dem Fenster und sah nach unten. - Zij stak haar hoofd uit het raam en keek naar beneden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
recken (ww.) | rekken (ww.) ; uitrekken (ww.) ; uitstrekken (ww.) ; verlengen (ww.) ; zich uitrekken (ww.) |
Recken | koud-rekken ; rekken ; rekken met vulder of volder ; uitrekken ; uitsmeden ; verlengen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.
Voorbeeldzinnen met `recken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausdehnenDE: ausreckenDE: ausstreckenDE: dehnenDE: streckenUitdrukkingen en gezegdes
DE: rekken, strekken, (uit)steken: sich
recken
NL: zich uitrekken