Vertaal
Naar andere talen: • recken > ENrecken > ESrecken > FR
Vertalingen recken DE>NL

recken

werkw.
Uitspraak:  [ˈrɛkən]

1) in die Länge strecken und dehnen - uitrekken
Er reckte den Hals. - Hij rekte zijn nek.
Sie gähnte und reckte und streckte sich, bevor sie aufstand. - Zij gaapte en strekte ze zich uit voordat zij opstond.

2) in eine Richtung strecken - uitsteken
Sie reckte den Kopf aus dem Fenster und sah nach unten. - Zij stak haar hoofd uit het raam en keek naar beneden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
recken (ww.) rekken (ww.) ; uitrekken (ww.) ; uitstrekken (ww.) ; verlengen (ww.) ; zich uitrekken (ww.)
Recken koud-rekken ; rekken ; rekken met vulder of volder ; uitrekken ; uitsmeden ; verlengen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.


Voorbeeldzinnen met `recken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ausdehnen
DE: ausrecken
DE: ausstrecken
DE: dehnen
DE: strecken

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: rekken, strekken, (uit)steken: sich recken NL: zich uitrekken