Vertaal
Naar andere talen: • Mangel > ENMangel > ESMangel > FR
Vertalingen Mangel DE>NL

I der Mangel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈmaŋəl]
Verbuigingen:  Mangels , Mängel

1) Situation, in der zu wenig von etw. vorhanden ist - gebrek
der Mangel an Arbeitsplätzen - het tekort aan werkplekken
aus Mangel an Beweisen - het gebrek aan bewijs
Geldmangel - gebrek aan geld
Platzmangel - gebrek aan ruimte

2) Fehler an einer Ware, Sache - gebrek
reduzierte Ware mit kleinen Mängeln - afgeprijsde artikelen met kleine gebreken
Ich empfinde das nicht unbedingt als Mangel. - Ik vind dat niet direct een tekortkoming.


II die Mangel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈmaŋəl]
Verbuigingen:  Mangel , Mangeln

Gerät, mit dem Wäsche zwischen zwei Walzen geglättet wird - mangel
uitdrukking jemanden in die Mangel nehmen / durch die Mangel drehen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Mangel gering aantal ; de zwakheid (v) ; de wringer (m) ; de tekortkoming (v) ; het tekort ; de schaarste (v) ; de schaarsheid (v) ; de mangel (m) ; het manco ; de leemte (v) ; de leegte (v) ; de lacune ; de krapte (v) ; het gemis ; het gebrek ; de flater (m) ; de blunder (m)
Mangel afpersinrichting ; wringer ; noden ; mangel ; het onklaar zijn ; gebrek ; defect ; behoeften
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Mangel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Abwesenheit
DE: Armseligkeit
DE: Armut
DE: Bedarf
DE: Bedürfnis
DE: Bedürftigkeit
DE: Bock
DE: Defekt
DE: Defizit
DE: Dummheit