Vertaal
Naar andere talen: • losgehen > ENlosgehen > ESlosgehen > FR
Vertalingen losgehen DE>NL

losgehen

werkw.
Uitspraak:  [ˈloːsgeːən]

1) einen Ort zu Fuß verlassen, aufbrechen - (erop) afgaan , vertrekken
Sie sind vor wenigen Minuten losgegangen. - Zij zijn enkele minuten geleden vertrokken.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking auf jemanden losgehen

3) deel van de uitdrukking: beginnen
Wann gehts denn endlich los? - Wanneer begint het eindelijk eens?

4) explodieren / sich lösen - afgaan
uitdrukking nach hinten losgehen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
losgehen afgaan
Bron: Trueterm


Voorbeeldzinnen met `losgehen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bimmeln
DE: detonieren
DE: explodieren
DE: hochgehen
DE: in die Luft fliegen
DE: klingeln
DE: läuten
DE: rappeln
DE: schellen
DE: zerplatzen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: losgehen auf etwas NL: op iets afgaan
DE: die Pistole geht los NL: het pistool gaat af