Vertalingen Kaution DE>NL
die Kaution
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kauˈʦjoːn] |
Verbuigingen: | Kaution , Kautionen |
1) Geld, das man als Sicherheit hinterlegen muss, wenn man etw. mietet -
waarborg Ich musste für die Wohnung zwei Monatsmieten Kaution zahlen. - Ik moest voor het huis twee maanden huur waarborg betalen. |
2) Geld, das für die Freilassung eines Gefangenen als Bürgschaft hinterlegt werden muss -
borgtocht eine Kaution für jemanden stellen - een borgtocht voor iemand opstellen Er wurde gegen Kaution freigelassen. - Hij werd tegen borgtocht vrijgelaten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Kaution | de borg ; de borgsom ; de borgstelling ; de borgtocht (m) ; de cautie ; het onderpand ; de securiteit (v) ; de waarborg ; de waarborgsom |
Kaution | borgstelling ; branchegarantie ; initiële marge ; margevereiste ; verzekeringsgetuigschrift ; zekerheid |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Kaution`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BürgschaftDE: GarantieDE: GewährDE: KautionssummeDE: PfandDE: SicherheitDE: SicherheitsleistungDE: Unterpfand