Vertaal
Naar andere talen: • kaufen > ENkaufen > ESkaufen > FR
Vertalingen kaufen DE>NL

kaufen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkaufən]

1) jemandem Geld geben, um etw. in seinen Besitz zu bekommen - kopen
Ich habe (mir) ein neues Kleid gekauft. - Ik heb een nieuwe jurk gekocht.
Bei Ihnen werde ich nicht mehr kaufen! - Bij u koop ik niets meer!
uitdrukking Dafür kann ich mir nichts kaufen.

2) deel van de uitdrukking: omkopen

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich jemanden kaufen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kaufen (ww.) aankopen (ww.) ; aanschaffen (ww.) ; kopen (ww.) ; opkopen (ww.) ; overnemen (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; verwerven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kaufen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ankaufen
DE: anschaffen
DE: aufkaufen
DE: bestechen
DE: einkaufen
DE: erstehen
DE: erwerben
DE: korrumpieren
DE: zulegen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich einen kaufen NL: iemand onder handen nemen