Vertalingen informieren DE>NL
informieren (ww.) | noemen (ww.) ; zeggen (ww.) ; wijzen (ww.) ; waarschuwen (ww.) ; voorlichten (ww.) ; verwittigen (ww.) ; vermelden (ww.) ; van iets in kennis stellen (ww.) ; tippen (ww.) ; op de hoogte brengen (ww.) ; attenderen (ww.) ; navragen (ww.) ; navraag doen (ww.) ; kennisgeven van (ww.) ; inlichten (ww.) ; informeren (ww.) ; iets melden (ww.) ; erbij zeggen (ww.) ; bewust maken (ww.) ; berichten (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `informieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anzeigenDE: aufmerksam machenDE: ausrichtenDE: ausschreibenDE: bekanntgebenDE: benachrichtigenDE: benennenDE: deklamierenDE: durchgebenDE: fragen