Vertalingen Hinfallen DE>NL
hinfallen
werkw.
1) das Gleichgewicht verlieren, umfallen -
neervallen Sie ist auf dem Eis ausgerutscht und hingefallen. - Zij is op het ijs uitgegleden en gevallen. |
2) zu Boden fallen -
neervallen Die Vase ist mir hingefallen und zerbrochen. - Ik heb de vaas kapot laten vallen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hinfallen (ww.) | buitelen (ww.) ; duikelen (ww.) ; neerploffen (ww.) ; onderuitgaan (ww.) ; op zijn bek gaan (ww.) ; ploffen (ww.) ; ten val komen (ww.) ; vallen (ww.) |
das Hinfallen | de instorting (v) ; het neervallen |
Hinfallen | val ; vallen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Hinfallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausrutschenDE: einenPurzelbaumschlagenDE: explodierenDE: fallenDE: fliegenDE: hineinfallenDE: kippenDE: niederfallenDE: platzenDE: plumpsen