Vertaal
Naar andere talen: • hilflos > ENhilflos > EShilflos > FR
Vertalingen hilflos DE>NL

I hilflos

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈhɪlfloːs]

1) Hilfe benötigend, ohne sie zu bekommen - hulpeloos

2) ungeschickt oder unsicher, sich nicht zu helfen wissend - hulpeloos
Wenn es um solche Dinge geht, bin ich völlig hilflos. - Als het om zulke dingen gaat ben ik echt hulpeloos.


II hilflos

bijwoord

1) deel van de uitdrukking: hulpeloos
Hilflos mussten sie zusehen, wie ihr Haus niederbrannte. - Hulpeloos moesten wij toekijken hoe het huis afbrandde.

2) deel van de uitdrukking: onzeker
Die Firmenleitung reagierte völlig hilflos auf die Krise. - De bedrijfsleiding reageerde onzeker op de crisis.


III die Hilflosigkeit

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈhɪlfloːsɪçkait]
Verbuigingen:  Hilflosigkeit

deel van de uitdrukking: hulpeloosheid

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hilflos slap ; zwak ; ziekelijk ; weerloos ; wee ; tenger ; teder ; sukkelig ; slungelig ; slapjes ; armzalig ; schamel ; pips ; mager ; krukkig ; knullig ; karig ; hulpeloos ; fijn
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `hilflos`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgespannt
DE: brechbar
DE: delikat
DE: eckig
DE: empfindlich
DE: empfindsam
DE: eng
DE: entspannt
DE: fein
DE: flau