Vertaal
Naar andere talen: • stocken > ENstocken > ESstocken > FR
Vertalingen stocken DE>NL

stocken

werkw.
Uitspraak:  ʃtɔkən]

1) für kurze Zeit unterbrochen sein - stokken , haperen
Die Verhandlungen kamen ins Stocken. - De onderhandelingen liepen vast.
Mir stockte der Atem vor Schreck. - Van schrik stokte mijn adem.

2) bei einer Bewegung, Tätigkeit eine kurze Pause machen - ophouden , stoppen
Er stockte kurz, als er sie sah. - Hij hield even op toen hij haar zag.
beim Aufsagen eines Gedichts ins Stocken geraten - bij het opzeggen van een gedicht blijven steken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
stocken (ww.) blijven steken (ww.) ; haperen (ww.) ; in staat van ontbinding zijn (ww.) ; liggen rotten (ww.) ; op hetzelfde niveau blijven (ww.) ; ophouden (ww.) ; stagneren (ww.) ; stokken (ww.) ; temporiseren (ww.) ; vastlopen (ww.) ; vertragen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `stocken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anhalten
DE: aufhalten
DE: aussetzen
DE: brechen
DE: erstarren
DE: faulen
DE: festfahren
DE: gerinnen
DE: gleichbleibend
DE: hapern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: ins Stocken geraten NL: blijven steken