Vertaal
Naar andere talen: • hervorrufen > ENhervorrufen > EShervorrufen > FR
Vertalingen hervorrufen DE>NL

hervorrufen

werkw.
Uitspraak:  [hɛɐˈfoːɐruːfən]

bewirken, verursachen - veroorzaken , teweegbrengen
Seine Ankündigung rief allgemeine Verwunderung hervor. - Zijn aankondiging bracht algemene verbazing teweeg.
Die Krankheit wird durch Bakterien hervorgerufen. - De ziekte wordt door bacteriën veroorzaakt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hervorrufen (ww.) oppeppen (ww.) ; veroorzaken (ww.) ; uitlokken (ww.) ; uitdagen (ww.) ; teweegbrengen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; provoceren (ww.) ; opwekken (ww.) ; oproepen (ww.) ; ophitsen (ww.) ; ontlokken (ww.) ; leiden tot (ww.) ; bezielen (ww.) ; activeren (ww.) ; aanmoedigen (ww.) ; aanleiding geven tot (ww.)
hervorrufen doen ontstaan ; genereren
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `hervorrufen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aktivieren
DE: anregen
DE: anreizen
DE: anrichten
DE: anstiften
DE: antun
DE: anzetteln
DE: aufhetzen
DE: aufmuntern
DE: aufputschen