Vertalingen gewinnen DE>NL
gewinnen
werkw.
1) als Sieger hervorgehen -
winnen Wer hat das Spiel / bei dem Spiel gewonnen? - Wie heeft de wedstrijd / bij de wedstrijd gewonnen? |
2) bei Erfolg in einem Spiel oder Wettbewerb erhalten -
prijs Er hat beim Glücksspiel 2.000 Euro gewonnen. - Hij heeft bij het kansspel € 2000,00 gewonnen. |
3) bekommen -
krijgen Ich muss erst Abstand zu dieser Enttäuschung gewinnen. - Ik moet eerst afstand ten opzichte van deze teleurstelling krijgen. versuchen, jds Vertrauen zu gewinnen - proberen iemands vertrouwen te krijgen |
4) deel van de uitdrukking: an etw. gewinnen (=mehr von etw. bekommen) - behalen
an Einfluss / Macht gewinnen - invloed / macht behalen
|
5) abbauen, fördern -
winnen 6) deel van de uitdrukking: etw. aus etw. gewinnen (=erzeugen) - winnen
Energie aus Wasserkraft gewinnen - Energie winnen uit een waterkrachtcentrale.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gewinnen (ww.) | overhalen (ww.) ; zegevieren (ww.) ; winnen (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; te pakken krijgen (ww.) ; persuaderen (ww.) ; overwinnen (ww.) ; overtuigen (ww.) ; overreden (ww.) ; opleveren (ww.) ; opbrengen (ww.) ; iets bemachtigen (ww.) ; gewinnen (ww.) ; de overwinning behalen (ww.) ; binnenhalen (ww.) ; binnenbrengen (ww.) |
das Gewinnen | het behalen |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `gewinnen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abwerfenDE: aufschnappenDE: bekommenDE: davontragenDE: den Sieg erringenDE: einbringenDE: einholenDE: eintragenDE: erfassenDE: ergebenUitdrukkingen en gezegdes
DE: er gewann ihr Herz
NL: hij veroverde haar hartDE: etwas über sich
gewinnen können
NL: iets over het hart kunnen verkrijgenDE: er konnte das Ufer nicht
gewinnen
NL: hij kon de oever niet bereikenDE: wohl begonnen ist halb gewonnen
NL: een goed begin is het halve werk