1. MWB
  2. Vertalen
  3. Glaube (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Glaube > EN • Glaube > ES • Glaube > FR
Vertalingen Glaube DE>NL

der Glaube

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈglaubə]
Verbuigingen:  Glaubens

1) feste Überzeugung, das etw. existiert, wahr, richtig oder möglich ist - geloof
den Glauben an die eigene Stärke verlieren - het geloof in eigen kracht verliezen
jds Worten keinen Glauben schenken - aan iemands woord geen geloof hechten
Er ließ mich in dem Glauben, dass er zurückkommen würde. - Hij liet mij geloven dat hij echt terug zou komen.

2) religiöse Überzeugung, dass es einen Gott gibt religie - geloof
seinen Glauben verlieren - zijn geloof kwijt raken

3) deel van de uitdrukking: religie geloof
der christliche Glaube - het christelijke geloof
Glaubensgemeinschaft - geloofsgemeenschap

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Glaubede confessie (v) ; het geloof ; de geloofsovertuiging (v) ; de gezindheid (v) ; de gezindte (v) ; de godsdienst (m) ; de mening (v) ; de opinie (v) ; overtuigdheid (znw.) ; de overtuiging (v) ; de religie (v) ; het vermoeden ; de veronderstelling (v) ; het vertrouwen
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `Glaube`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Absicht
DE: Annahme
DE: annehmen
DE: Anschauung
DE: Anschauungsweise
DE: Ansicht
DE: Bekenntnis
DE: Denkweise
DE: Entscheidung
DE: Glaubensüberzeugung

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: in gutem Glauben NL: in goed vertrouwen, te goeder trouw