Vertaal
Naar andere talen: • duzen > ENduzen > ESduzen > FR
Vertalingen duzen DE>NL

duzen

werkw.
Uitspraak:  [ˈduːʦən]

mit Du anreden - tutoyeren
Die neue Chefin duzt alle Mitarbeiter. - De nieuwe cheffin tutoyeert alle medewerkers.
Seit wann duzt ihr euch? - Sinds wanneer tutoyeren jullie elkaar?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
duzen (ww.) jij zeggen (ww.) ; jijen (ww.) ; tutoyeren (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `duzen`
Voorbeeldzinnen laden....