Vertalingen Fleck DE>NL
Ia der Fleck
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [flɛk] |
Verbuigingen: | Fleck(e)s , Flecke |
Ib der Flecken
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈflɛkən] |
Verbuigingen: | Fleckens , Flecken |
1) kleine schmutzige Stelle auf etw. -
vlek Auf ihrer Hose ist ein Fleck. - Op haar broek zit een vlek. Flecken entfernen - vlekken verwijderen |
2) eine kleine Stelle mit anderer Farbe -
vlek eine braune Kuh mit weißen Flecken - een bruine koe met witte vlekken |
ein blauer Fleck (=Blutung unter der Haut) - een blauwe plek
|
3) deel van de uitdrukking: plaats Rühr dich nicht vom Fleck! - Verroer je niet van je plaats! Als ich zurückkam, stand er immer noch am selben Fleck. - Toen ik terugkwam stond hij nog steeds op dezelfde plaats. |
II fleckig
bijv.naamw.
1) deel van de uitdrukking: vlekkerig , gevlekt 2) deel van de uitdrukking: vlekkerig , gevlekt © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Fleck | de spat ; de zwabber (m) ; vuile plek (znw.) ; het vlekje ; de vlek (v) ; het uitstrijkje ; de stippel ; het stipje ; de stip ; spikkel ; het spatje ; de smet ; de plek (v) ; nop (znw.) ; het moesje ; de coupon (m) ; de bon (m) |
Fleck | blok ; vlek ; plaque ; macula |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Fleck`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbschnittDE: AusstrichDE: CouponDE: DifferenzDE: FetzenDE: fleckenDE: flickenDE: KassenscheinDE: KlecksDE: KuponUitdrukkingen en gezegdes
DE: vom
Fleck weg
NL: meteen, onmiddellijkDE: nicht vom
Fleck kommen
NL: niet opschieten