Vertaal
Naar andere talen: • erregen > ENerregen > ESerregen > FR
Vertalingen erregen DE>NL

erregen

werkw.
Uitspraak:  [ɛɐˈreːgən]

1) wütend oder nervös machen - opwekken , opwinden , prikkelen
Der Drohbrief hat sie sehr erregt. - De dreigbrief had haar zeer geagiteerd.
Er war so erregt, dass er kaum die Nummer wählen konnte. - Zij was zo gespannen dat ze nauwelijks het nummer kon draaien.

2) stimulieren - opwinden , prikkelen
Schon der Gedanke an sie erregte ihn. - Alleen de gedachte aan haar wond hem op.

3) hervorrufen, verursachen - opwekken
Sie wollte um keinen Preis Aufsehen erregen. - Zij wilde voor geen prijs opzien baren.
Mit seinem Vorschlag erregte er mein Interesse. - Met zijn voorstel wekte hij mijn interesse.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
erregen (ww.) irriteren (ww.) ; treffen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; raken (ww.) ; prikkelen (ww.) ; opwinden (ww.) ; opwekken (ww.) ; opstoken (ww.) ; oppoken (ww.) ; op de zenuwen werken (ww.) ; in beroering brengen (ww.) ; ergeren (ww.) ; betreffen (ww.) ; beroeren (ww.) ; agiteren (ww.) ; aangaan (ww.)
erregen aanslaan ; spanningsopbouw ; bekrachtigen ; bekrachten
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `erregen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anregen
DE: anreizen
DE: anspornen
DE: antun
DE: auf die Nerven gehen
DE: aufregen
DE: aufreizen
DE: aufwinden
DE: besiegen
DE: betreffen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Aufsehen erregen NL: opzien baren